Het bestuur van Were Di Tilburg heeft besloten om niet in te gaan op de mogelijkheid om naar Stappegoor te verhuizen en de mogelijkheden van verdergaande samenwerking of fusie met hockeyclub Forward nader te onderzoeken. Het bestuur heeft dit inmiddels per brief laten weten aan het bestuur van Forward en de Gemeente Tilburg. Het bestuur beseft dat hiermee de kansen op een duurzame basis voor tophockey in Tilburg (spelen in de hoofdklasse) minder zijn geworden, maar vindt dat een doorgroei op de huidige locatie de beste vooruitzichten biedt op een evenwichtige balans van recreatief en prestatief hockey. Het bestuur wil graag samen met de andere verenigingen in de regio blijven samenwerken om de hockeysport verder te versterken.
De argumenten van het bestuur om op de locatie aan de IJsclubweg als omnivereniging door te gaan zijn:
- De ambities van Were Di Tilburg blijven erop gericht om een stabiele overgangsklasser in de hockeycompetitie te zijn, zowel voor de dames- als de herenteams, omdat daarmee de beste balans kan worden gevonden tussen het recreatieve en het prestatieve element van de unit Hockey;
- rond de locatie van Were Di in zuidoost is zowel nu als in de toekomst meer dan voldoende potentie aanwezig voor een middelgrote hockeyvereniging van 1.000 tot 1.250 leden (er zijn nu al meer dan 950 actieve hockeyleden);
- de verbinding tussen de verschillende onderdelen van de vereniging heeft Were Di tot een gezonde en financieel sterke sportvereniging gemaakt (de grootste van Tilburg met inmiddels ruim 1.600 leden) en biedt verdere kansen tot optimalisatie van het complex;
- de interne organisatie, de balans tussen junioren en senioren, de exploitatie van velden en paviljoen en niet in het minst de bijzondere clubbinding (alle eerste teamspelers en speelsters zijn uit eigen kweek, een unicum in hockeyland) zijn gezonde ingrediënten voor een zelfstandig voortbestaan. Een fusie zou deze kwaliteiten sterk onder druk zetten;
- de gemeente Tilburg heeft aangegeven dat er geen urgente redenen zijn om te verhuizen naar een andere locatie en dat er ook niet eenvoudig alternatieven buiten Stappegoor aan te wijzen zijn. Bovendien zijn de speel- en groeimogelijkheden op Stappegoor beperkt (max. 8 velden voor 2.300 leden).
Consultatie van de verschillende units heeft opgeleverd dat er op een aantal punten nog duidelijke wensen leven. Allereerst betreft dat de wens om te onderzoeken of er voor de unit Beachvolleybal plaats is op het complex Stappegoor omdat dat aansluit op de topsportambities van deze unit op middellange termijn. De unit wil uitbreiden en verder professionaliseren en daar lijken op Stappegoor goede condities voor aanwezig.
Dat zou meteen ruimte maken voor een andere wens namelijk de noodzaak om op middellange termijn (2 Ã 3 jaar) te voorzien in een vierde hockeyveld omdat de club nu al tegen de grenzen van haar groei aanloopt en een ledenstop zou moeten gaan overwegen.
De stabilisatie en doorgroei op de huidige locatie tenslotte vraagt met name van de unit Hockey een verdere professionalisering en mogelijk ook modernisering van het paviljoen (kleedkamers e.d.). Voor de units Tennis en Jeu de boules zijn geen wezenlijke aanpassingen voorzien.
Tilburg, 3 december 2007